‘Komplementen vô de hûûst!’ Het debuut van het jongste generatie van de Kruse gras-maaiploeg is feilloos verlopen. De dijk van Kruse Veer is weer zo kaal als de kuiten van een profwielrenner. Met militaire discipline werd het samenspel van drie tractoren en een complete familie gedirigeerd. Gras in balen geperst en geladen op drie antieke wrakke platte karren waarvoor zelfs de Russen nog feestelijk zouden bedanken. Met een fraai staaltje teamwork werd een traditie voortgezet. Potig manvolk en robuuste Zeeuwse meisjes. Wij zien de toekomst weer met vertrouwen tegemoet!
Toch werd ik op ons terras het boeiende schouwspel van mens en machine aandachtig aanschouwend, in de goudkleurige zonsondergang, aanvankelijk overvallen door de nodige melancholische gedachten. Best heftig! Had het er moeilijk mee. Het ráákte me. In m’n eigen leven ook best het nodige meegemaakt. Maar dit was toch ook echt wel even een dingetje! Om de emoties en de opborrelende sentimenten nog een enigszins te kunnen managen, schonk ik mezelf nog maar een glaasje koele Chardonnay in… l’Chaim…op het leven, ouwe reus!
De vorige dag had ik namelijk die ouwe reus gesproken. Ingel, de onbetwiste patriarch van de familieclan der grasmaaiers. Zeg maar gerust…dé Grasshopper van Kruse Veer. Ingel scheurde als een bezetene op z’n blauwe Ford-trekkertje langs het talud van de dijk om pas gemaaid gras om te gooien. Met behulp van een rare rammelende rooie tweekoppige octopus met snel ronddraaiende tentakels. Niemand in de verre omtrek die dat zo vakkundig kan als Ingel. In het Max Verstappen-standje, plat over z’n stuur gebogen, koptelefoon over z’n oren. Hij kwam op me aangerateld, stopte met piepende remmen, schakelde z’n trekkermotor uit, koptelefoon af….’Hoeiendag!’ Persoonlijk beschouw ik dàt alleen al het hoogst haalbare eerbetoon. Als Ingel stopt, zijn karwei even laat schieten om een praatje met je te komen maken. Dan heb je ’t toch een aardig eindje geschopt in je leven. ‘k Zie Ingel natuurlijk geregeld wel even in het voorbijgaan. Dan schreeuwen we wat naar elkaar, want Ingel stopt nooit…Ingel heeft ‘oltied jagt’.
We wisselden heel diplomatiek wat algemeenheden uit. Over het weer, de familie, etc. Toen ik informeerde of het verder allemaal goed ging, aarzelde hij. Jáá, het ging best goed met ’m….máárrûh! Dàt klonk onheilspellend… en ik verstijfde! Na een aanloopje en krampachtig slikkend kwam het hoge woord eruit…Ingel was niet langer de baas van de grasmaaiploeg! Het was van ‘m overgenomen. Hij mocht nog wel een beetje meedoen, maar had er eigenlijk niks meer over te vertellen. Zag meteen hoe moeilijk hij het ermee had en zelf stond ik ook met een brok in m’n keel. Dié zag ik even niet aankomen! Ik wist wat het grasmaaien voor ‘m betekende. Was niet zomaar een zomeravondklusje! Het was hèt hoogtepunt van het jaar! Toen Ingel zijn emoties weer wat onder controle had, vroeg ik behoedzaam wie er dan nu de baas was geworden. Toen verscheen er toch zoiets als een trotse grijns op z’n bruinverbrande tronie, getooid met wit petje….’Me zeune!’ Ingel meteen met een klap op z’n ‘schoere’ van harte gecomplimenteerd. Gezegd hoe prachtig dat het is, dat het leven toch altijd weer zijn gang neemt. Dat hij zijn taken door had kunnen geven aan zijn talrijke nageslacht. Om dankbaar en blij over te zijn. Maar vooral trots! Ingel kikkerde zienderogen weer op. Vertelde wel dat het toch verrekte moeilijk was om het uit handen te geven. Maar het bleef in elk geval binnen zijn eigen dynastie… Ingel begon al weer al schateren. En als Ingel luidkeels schatert, rammelen in Oostdiek de ramen uit de sponningen. Ingel had ook nog een vraagje voor mij….’Wete jie wêh oe oud ons drieën tehaere bin!’ Hij wees op zichzelf, zijn blauwe trekkertje en op die rare rooie rammelende octopus. ‘Al sla je me dood, Ingel…!’ Ingel schaterde en begon op te sommen… Het blauwe Ford-trekkertje bleek de jongste…’Vuufenveertig jaer’. Die rooie tweekop-pige octopus met rondzwiepende tentakels…’Vuufenvuuftig jaer…bie mekare persies ònderd jaer oud!’ We gierden het samen uit van het lachen…‘Verheme, da’s noe tôg ok wâh, éééh!’ De klap op de vuurpijl kwam pas toen Ingel vertelde dat ie zelf tàchtig was…’Tàggetûg!’ Wèrkelijk, we lagen compleet in een deuk… Bij de gedachte alleen al dat daar scheef tegen het talud van die dijk van Kruse Veer dus de hele dag een trekkertje rondsjeesde met die rooie rammelende octopus erachter en aan het stuur ‘The Legend’ van het Kruse Grasmaaiersgilde. Sámen honderdtàchtig jaar oud! Ons ware Zeeuwse erfgoed!
’s Avonds liep Ingel als een achterdochtige mannetjes poema, met de veerkrachtige tred van Usain Bolt, achter alle machines aan en zag dat het goed was. We kregen een joviale armzwaai van ‘m. Het maaien van de dijk van Kruse Veer is goed doorgegeven voor de toekomst. Een rijke en troostvolle gedachte.