Vierde woord…Regels.

In samenscholingen van twee levende wezens of meer zijn regels nodig. Die moeten onderling worden afgesproken om de cohesie in de stam te waarborgen.  Anders gaat het fout. In de dierenwereld wordt de handhaving van de regels van de groep over het algemeen behoorlijk hardhandig aangepakt. ‘Non-compliance’ levert in het gunstigste geval uitstoting op, in veel gevallen echter ook de dood. Bij de dieren staat gehoor-zaamheid aan de regels van de groep genetisch ook wat hoger genoteerd dan bij de mensheid.

Een van de nadelen van de intelligentietoename van de Homo sapiens was dat er steeds meer nagedacht moest worden over de regels die er van oudsher in de stam waren afgesproken. Of dat die regels nou niet eens wat beter konden? Of dat die regels nu echt wel altijd op elke Homo van toepassing waren? De erosie van de genetische gedragsregels van de Homo sapiens nam daarmee een duizelingwekkende duikvlucht.  Ging het meningsverschil eerst nog over welk beest of welke andere Homo er moest worden doodgeslagen, van lieverlee zaten alle Homo’s voor elk onnozel dingetje door elkaar te schreeuwen. Gingen elkaar met knotsen te lijf en trokken in groepjes gelijk-gestemde kwaaie Homo’s verder het bos in om zich van de stam af te scheiden.            De vorming van naties en regimes was hiermee een feit.                                                  In de geschiedenis van de mensheid zijn er talloze staatsvormen de revue gepasseerd. Meestal gepaard gaand met zeer gewelddadige omwentelingen. Dictators en theo-craten zijn van alle tijden toch wel diegenen geweest die de afgesproken stamregels het meest efficiënt wisten te handhaven. Zij het wel met de nodige hardhandigheid. De angst voor geweld plus de toorn van God was altijd een heel handig middel om de meute op gelijksoortige wijze dezelfde kant op te laten lopen. Onderdrukkende regimes hadden slechts één grote opponent, de intelligentie van de mens.

Tegenwoordig hebben wij samen die brainwave van een paar oude Grieken overge-nomen dat de democratie voor de mens de beste staatsvorm zou moeten zijn. Iedereen gelijk aan iedereen en allemaal evenveel zeggenschap over alle af te spreken regels. Een waarlijk hartverwarmend idee! Maar daar blijft het dan meestal ook bij. Er is tot nu toe nog geen enkele staat of regiem dat op een puur democratische staatsvorm functioneert. In de ‘said-to-be’ grootste democratie ter wereld, de Verenigde Staten van Amerika werd op 6 januari 2021 het meest bepalende symbool der Amerikaanse democratie, het Capitool, bestormd door de aanhangers van een maffe president die zijn democratische nederlaag niet volgens de regels wilde accepteren.                        De regel dat iedereen gelijk is met evenveel zeggenschap is ook meteen de achilleshiel van het democratische systeem. Dat is namelijk ook helemaal niet zo. Er zijn schrijnen-de verschillen door de uitoefening van macht binnen die democratie.                          Dus wordt democratie vaak niet meer dan als een fopspeen gebruikt. Een illusie die legitimiteit tracht te claimen door de creatie van een ondoordringbaar woud van zoge-naamd democratisch overeengekomen regels.                                                            Alleen al NL heeft momenteel zo’n dertienduizend wetten met daaronder honderd-duizenden artikelen boordevol wettelijke regels. Deze regeltsunami kenmerkt zich het meest door twee flagrante en kolossale onwaarheden. Namelijk dat iedereen geacht wordt al deze wetten te kennen en dat het de plicht van de overheid is om al die wetten en regels van een vorm van handhaving te voorzien. Daardoor wordt elke democratie de facto ontregelt. Regels zijn per definitie destabiliserend in een democratische samenleving waar men te pas of te onpas uit blijft gaan van het gelijkheidsbeginsel. Dat zou de enige regel moeten zijn, de rest is betutteling of machtsmisbruik.

Elke samenleving staat op kapseizen op het moment dat de zwaarte van de regel-geving de stabiliteit van die samenleving ondergraaft. Gebrek aan handhaving of wille-keur in handhaving geven vervolgens het laatste zetje om de staat uit het lood te duwen. Vast staat dat in onze huidige samenleving de handhaving lichtjaren achterloopt op de regelgeving. Daardoor wordt regelgeving vaak gewoon voor kennisgeving aangenomen. Er bestaan hele betrouwbare statistieken omtrent de pakkans bij het overtreden van bepaalde regels. Daarmee wordt gestuurd en ontstaat het gevoel dat de handhaving nihil is en er dus eenvoudigweg geen regels meer zijn. Dan wordt het overtreden van regels niet meer dan een ingecalculeerd klein risico.                              Behalve een paar losgeslagen anarchisten is ieder normaal weldenkend mens ervan overtuigd dat een samenleving niet zonder regels kan. Sterker nog, naarmate de handhaving van de regels verder faalt, wordt het gemis hiervan door velen gezien als een pure degeneratie van ons systeem. Het zelfregulerende en zelfcorrigerende vermogen van onze samenleving is gebleken een farce te zijn. Teveel Homo sapiens hebben zonder regels geen flauw idee wat nu precies hun plaats is.

   Send article as PDF